Soorten

Gebruik de soortenboom in het linker deelvenster om GWSW-concepten te doorlopen. Bij het aanklikken van een GWSW-concept in het linker deelvenster verschijnt de inhoud ervan in dit deelvenster.
Structuur soortenboom en gebruikte iconen
De eerder genoemde subtypes zijn een "specialisatie" van het supertype. Bijvoorbeeld, een Rioolput is een specialisatie van Put. Deze specialisaties kunnen allerlei vormen aannemen. Zo komt als kenmerk van Leiding de materiaalsoort "PVC" voor, maar kan bijvoorbeeld ook een “Kunststof leiding” als specialisatie van Leiding (op basis van materiaalsoort) voorkomen. Dit heeft te maken met de aard van de GWSW Ontologie. Stel dat het kenmerk “mof/spie verbinding” alleen bij leidingen van kunststof voorkomt, dan wordt dit kenmerk specifiek toegekend aan de soort leiding “Kunststof leiding”. Dit is belangrijk voor de kwaliteit van de ontologie, maar maakt de soortenboom voor mensen lastiger leesbaar.Om de structuur te verduidelijken worden aan de GWSW-concepten verschillende iconen gekoppeld. De kleur van een icoon geeft aan op welke wijze het concept zich onderscheidt binnen de soortenboom.



Inhoud per concept
Per concept wordt de inhoud gerubriceerd weergegeven:De voorkeursnaam van het concept met eventuele synoniemen en coderingen.
De URI beschijft de te hanteren conceptnaam in het webadres (URL).
Naam |
Synoniem |
URI |
Codering |
De tekstdefinities van het concept zoals die is opgenomen in normbladen (of andere externe relevante bronnen), de definitie van het concept die met het ontwerp van het GWSW is toegevoegd en de verwijzing naar aanvullende informatie.
Externe definitie |
Interne definitie |
Zie ook URL |
Algemene notities (“annotaties”) bij het concept.
Het waardetype beschrijft de te gebruiken eenheid in GWSW-datasets of de te gebruiken collectie (met domeinwaarden)
De datum start/wijziging geeft het moment aan waarop het concept in het GWSW is opgenomen of gewijzigd.
Opmerking |
Waardetype |
Datum start/wijz |
De zogenaamde onderscheidende kenmerken. Bij de bouw van het GWSW worden de definities zoveel mogelijk expliciet gemaakt met deze kenmerken. Deze expliciete definitie vormt de basis voor de structurering van de soortenboom. Het “+" teken voorafgaand aan een onderscheidend kenmerk geeft aan dat die is geërfd van een supertype.
Doel |
Toepassing |
Functie |
Uitvoering |
Technologie |
De relaties die het concept met andere concepten (klassen) heeft.
- Het “+" teken voorafgaand aan de naam van een gerelateerd concept geeft aan dat de relatie is geërfd van een supertype.
- De aanduiding [max = 1], [min = 1] geeft aan hoe vaak de relatie tussen de concepten kan voorkomen.
- De aanduiding [inverse] geeft aan dat de relatie in omgekeerde richting geldt.
Heeft kenmerk |
Heeft invoer |
Heeft uitvoer |
Heeft deel |
Heeft verbinding |
Het type (van het ding in de werkelijkheid), de supertypes (de generalisatie van het concept) en de subtypes (de specialisatie van het concept).
Is van type |
Heeft supertype |
Heeft subtype |